Impact DNA op medicijngebruik
Medicijnen werken soms minder goed dan verwacht of geven meer bijwerkingen dan aangegeven in de bijsluiter. De oorzaak kan te vinden zijn in het DNA. Met een DNA-onderzoek kan duidelijk worden waarom een bepaald medicijn niet, of niet goed werkt. Artsen en apothekers houden daar dan rekening mee.
Gebruikte medicatie
Wisselwerking van medicijnen
Eiwitten (enzymen) breken medicijnen af. Varianten in het DNA kunnen leiden tot een verhoogde afbraak van medicijnen door enzymen, een minder snelle afbraak of zelfs helemaal geen afbraak. Het medicijn kan dan dus minder goed werken of juist extra goed. In het laatste geval kunnen de bijwerkingen erger zijn. Als de arts dit weet zal kan deze een ander medicijn voorschrijven of de dosering aanpassen.
Juist bij gebruik van meerdere medicijnen is het belangrijk om te weten welke DNA-variaties iemand heeft. Sommige medicijnen beïnvloeden de werking van een ander medicijn. De arts kan aan de hand van het DNA-profiel bepalen hoe de verschillende medicijnen zo goed mogelijk op elkaar kunnen worden afgestemd.
Hoe werkt DNA-onderzoek voor medicijnen?
Ieder mens heeft een uniek DNA-profiel. Dit DNA-profiel bepaalt hoe het lichaam reageert op medicijnen. De meeste medicijnen worden in de lever omgezet (metaboliseren) door leverenzymen. Met de farmacogenetische DNA-test wordt de activiteit van leverenzymen in kaart gebracht. Als met de testuitslag een afwijkende activiteit wordt aangetoond, heeft dat invloed op de werking van een medicijn en kan de oorzaak zijn van bijwerkingen. Voorschrijven van medicijnen op basis van de testuitslag vermindert dus de kans op bijwerkingen en geeft zekerheid over de werking van een medicijn.
Voor deze medicijnen is farmacogenetisch testen mogelijk. Staat uw medicijn niet op de lijst neem dan contact met ons op.